RONSIES RARITEITENBOEK (48)
NEN EMBLAVEI
'Nen emblavei' danst met zijn lakschoenen op de slappe koord boven het drijfzand van de schone schijn, in het operette-decor dat hij constant voor zichzelf heruitvindt. Tien minuten bij nen emblavei en je hebt zin om je stapschoenen tegen zijn koetsebalekies te heffen. Zo dat alle bellen van Sint-Hermes 'Ai Marieke! rinkelen. Nen emblavei ‘heit gruute kluten moer ’n klien pietse’ zoals wij onder Ronsenaars plegen te zeggen. Hij werkt op je systeem zodra hij ook maar ergens opdaagt. Zijn voornaamste bezigheid is je het bloed van onder de nagels jagen met zijn onophoudelijk succesverhaal over de zogeheten beau monde waarin hij als zelfverklaarde gepriviligieerde vertoeven mag en jij lekker niet, oetlul die je bent. Dat laatste zegt hij niet, hij suggereert het. Alleen al met die blik van hem waarmee hij je volgens hem compleet foute outfit van overjaarse beatjongen screent.
Nen emblavei weet alles eerder en beter. Of hij doet alsof. Lost flarden vage kennis. Lardeert halve geruchten met hele roddels. Kent het geheim der lokale halfgoden. Hoort er zelf helemaal bij of niet soms? Wéét hoe de vork aan de steel zit. Meer kan hij er helaas niet over kwijt. Hij beschikt over gevoelige inside-informatie enkel bestemd voor het selecte kransje hogere kringen die hij frequenteren mag. En jij niet. Hij zegt het niet met zovele woorden, hij denkt het en straalt het uit. Dédain is zijn gewone attitude.
'Nen emblavei' praat in hoofdzaak over zichzelf tot meerdere eer en glorie van zijn eigen ingekleurd succesverhaal. Ware het niet dat je hem al iets te lang kent, hij zou je doen geloven dat je een complete nitwit bent, je vriendenkring waardeloos, je lezerskring irrelevant, hijzelf de uitvinder van de quantummechanica en de bouwer van de deeltjesversneller van Genève. 'Nen emblavei' is zo voorspelbaar als een gebroken koersvelo in Parijs-Roubaix. Gelooft alleen zijn eigen waan en verwacht van zijn ‘entourage’ hetzelfde.
Nooit stelt 'nen emblavei' zichzelf ter discussie. Zijn verhalen zijn wazig, zijn zaken hoogst schimmig maar zo te horen altijd bijzonder rendabel (ofschoon in werkelijkheid - al vele malen bewezen - nep). 99 Luftballons. Waag het vooral niet al die luchtbellen om hem heen te doorprikken. Het neerstorten van zijn hete luchtballon zou collaterale schade aanrichten tot in je eigen entourage met enig oog voor decorum. 'Nen emblavei' gelooft zozeer zijn eigen gelul, dat hij zich beledigd voelen zou als je bij ook maar één van zijn verhalen twijfels omtrent de waarheidsgetrouwheid ervan uiten zou. Waag het vooral niet hem ermee te confronteren. Hij mikt je meteen in de vergeetput van zijn zelfbedacht glorieus verhaal. Zijn wereld is er een waartoe je geen toegang wordt gegund. Iemand (zijn marraine) heeft hem als verwend ukje ooit wijsgemaakt dat hij beter is dan al de rest, zelfs als hij op het potje zit.
Tot hij op een dag stikt in de al te bescheten hard gebakken lucht om zich heen. Niemand die om hem treurt. Zijn Jaguar bleek een dure leasing. Voor de erven niks dan schulden op de plek in zijn dode lijf waarvan hij altijd dacht dat de nulmeridiaan er langs denderde. Als de trein van Brussel, door de tunnel van Louise-Marie.
RONSIES RARITEITENBOEK.
Een handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(Illustratie: naar een originele foto van Xavier Van Coppenolle)
'Nen emblavei' danst met zijn lakschoenen op de slappe koord boven het drijfzand van de schone schijn, in het operette-decor dat hij constant voor zichzelf heruitvindt. Tien minuten bij nen emblavei en je hebt zin om je stapschoenen tegen zijn koetsebalekies te heffen. Zo dat alle bellen van Sint-Hermes 'Ai Marieke! rinkelen. Nen emblavei ‘heit gruute kluten moer ’n klien pietse’ zoals wij onder Ronsenaars plegen te zeggen. Hij werkt op je systeem zodra hij ook maar ergens opdaagt. Zijn voornaamste bezigheid is je het bloed van onder de nagels jagen met zijn onophoudelijk succesverhaal over de zogeheten beau monde waarin hij als zelfverklaarde gepriviligieerde vertoeven mag en jij lekker niet, oetlul die je bent. Dat laatste zegt hij niet, hij suggereert het. Alleen al met die blik van hem waarmee hij je volgens hem compleet foute outfit van overjaarse beatjongen screent.
Nen emblavei weet alles eerder en beter. Of hij doet alsof. Lost flarden vage kennis. Lardeert halve geruchten met hele roddels. Kent het geheim der lokale halfgoden. Hoort er zelf helemaal bij of niet soms? Wéét hoe de vork aan de steel zit. Meer kan hij er helaas niet over kwijt. Hij beschikt over gevoelige inside-informatie enkel bestemd voor het selecte kransje hogere kringen die hij frequenteren mag. En jij niet. Hij zegt het niet met zovele woorden, hij denkt het en straalt het uit. Dédain is zijn gewone attitude.
'Nen emblavei' praat in hoofdzaak over zichzelf tot meerdere eer en glorie van zijn eigen ingekleurd succesverhaal. Ware het niet dat je hem al iets te lang kent, hij zou je doen geloven dat je een complete nitwit bent, je vriendenkring waardeloos, je lezerskring irrelevant, hijzelf de uitvinder van de quantummechanica en de bouwer van de deeltjesversneller van Genève. 'Nen emblavei' is zo voorspelbaar als een gebroken koersvelo in Parijs-Roubaix. Gelooft alleen zijn eigen waan en verwacht van zijn ‘entourage’ hetzelfde.
Nooit stelt 'nen emblavei' zichzelf ter discussie. Zijn verhalen zijn wazig, zijn zaken hoogst schimmig maar zo te horen altijd bijzonder rendabel (ofschoon in werkelijkheid - al vele malen bewezen - nep). 99 Luftballons. Waag het vooral niet al die luchtbellen om hem heen te doorprikken. Het neerstorten van zijn hete luchtballon zou collaterale schade aanrichten tot in je eigen entourage met enig oog voor decorum. 'Nen emblavei' gelooft zozeer zijn eigen gelul, dat hij zich beledigd voelen zou als je bij ook maar één van zijn verhalen twijfels omtrent de waarheidsgetrouwheid ervan uiten zou. Waag het vooral niet hem ermee te confronteren. Hij mikt je meteen in de vergeetput van zijn zelfbedacht glorieus verhaal. Zijn wereld is er een waartoe je geen toegang wordt gegund. Iemand (zijn marraine) heeft hem als verwend ukje ooit wijsgemaakt dat hij beter is dan al de rest, zelfs als hij op het potje zit.
Tot hij op een dag stikt in de al te bescheten hard gebakken lucht om zich heen. Niemand die om hem treurt. Zijn Jaguar bleek een dure leasing. Voor de erven niks dan schulden op de plek in zijn dode lijf waarvan hij altijd dacht dat de nulmeridiaan er langs denderde. Als de trein van Brussel, door de tunnel van Louise-Marie.
RONSIES RARITEITENBOEK.
Een handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(Illustratie: naar een originele foto van Xavier Van Coppenolle)
<< Home