29 november 2010

RONSIES RARITEITENBOEK (30)

T'EES NEN AASTIEKAU.











Wordt gezegd (soms gezucht) over Ronsenaars van wie je verwacht dat ze steeds weer de dingen doen die je van geen ander ooit geloven zou. Onschuldige stoten die je al lang niet meer verbazen wanneer je ze verneemt. ‘t Ees nen astiekau en ge goet hem noa nie mier veranderen. Wat je van ‘nen aastiekau’ pas echt zou verbazen, is dat hij zijn onvoorspelbaar gedrag stoppen zou. Dan pas zou je je afvragen wat er met hem scheelt. Nen astiekau doorbreekt de grijsheid van het bestaan en kleurt je dagen ook al vraag je er niet om. Opgedrongen podiumverovering (LAAT DE ZON IN JE HART!) tijdens Bruulconcerten. Wilde barbecue in het Malanderpark. Trompetconcerto bij nachte op de kiosk. Spiderman-toestanden op Passerelle en Pessemiersbrug. Koprol met wagen vanaf de Molendam, met perfecte landing op de rails eronder. Escalatie van ’t Woaf van Mootie op de Square Mouroit, met accolade. Inkleuren van de ramen van de Glorieuxschool aan den Bruul 'om de Oude Vrijheid op te smukken'. Gsm-antennes op het dak van de kliniek, bij wijze van geavanceerde bestraling. Verlenen van officiële toelating voor lingerieshow in de Crypte. Ophangen (daarna meteen weer weghalen) van eentalige straatnaamborden. Zenden van een vooraf onbesproken doch achteraf des te meer besproken brief aan Leterme over alle faciliteiten die het Ronse opleveren zoude... om ze af te schaffen. Er is mededogen voor het afwijkend gedrag van ‘nen aastiekau’. Veel wordt hem vergeven. Op nen aastiekau ben je nooit echt boos, hij maakt deel uit van de lokale folklore. Zijn stuntparcours wordt op vagelijk geamuseerd schouderophalen onthaald. Vaak ligt er een genetisch geladen voorprogrammatie aan de basis van zijn afwijkende gedragingen want nen appoo 'n vôlt niet veere... van den peirenbuum.

Een lange voorgeschiedenis die dan wel niet 'De Annalen' van Ronse haalt, maar wel opgeslagen zit in het collectief geheugen van de Ronsenaars. Zijn Nonkel liet zich al doorgaan voor Le Vicomte de Renaix. Zijn bomma Mauricette stond bekend als La Baronne de La Lorette. Voorbeelden van aastiekauts? Het ultieme emblematische exemplaar is Octaaf De Badts natuurlijk. Door Valeer Depauw onnavolgbaar vereeuwigd als 'Tavi'. Dichter bij ons is er 'langen smallen Hugo van de klinieke' geweest met zijn lach als de watervallen van Coo. Ooit zelfverklaard ‘soigneur der in hun portemonnee belegerde bedlegerigen van Hogelucht’. Bedenker van de onvergankelijke one liner: Zuster Macht Alleen. Slaagde erin om als stand-up comedian avant la lettre de Muziekacademie te vullen met allemaal ‘hogere oversten’ van hem die hij met zijn Molièretalenten aan de bulderlach kreeg ‘door met al die omhooggevallen esculapen van dienst hun eigen muile te lachen’. Op een zonnige terrasjesdag presenteerde hij je fier als Nero zijn pasgeboren baby: Adhémar. Had hij hem Pinocchio genoemd of Calimero, het had je niks verbaasd. Een andere aastiekau wat verderop in de petite histoire was ‘Charoo Goebeert’, Ronse in de late fifties van vorige eeuw. Komt de eer toe als wandelende Martini-fles in het Park Lagache de geschiedenis in te gaan als eerste (voorlopig enige) sandwichman van Ronse. Doorgaans zelf gesandwicht door de diverse drankwaren van ‘Dop Porto Verplancken Grote Markt Ronse’ die hij waggelend voor de matches van Club Ronse aanprees. Nog een andere aastiekau van Ronse dweilde de grote Markt af onder zijn onveranderlijk tot scherpe punt verheven kaboutermuts, verkondigde als geluksbrenger aan wie het horen wou zijn vreugdesboodschap 'Ouvre ton coeur, c’est toujours le bonheur.’ Waarop de waard van pakweg Restaurant Rome de gouden raad sebiet in daden vertaalde, in de plaats van zijn hart zijn voordeur wagenwijd opentrok en de geluksbrenger eruit gooide met de vredelievende woorden: ‘Si tu veux faire mon bonheur tu fermes ta tronche et tu te casses.’





Wijlen Albert De Cordier was op zijn manier nen aastiekau. Op een dag decreteerde hij als schepen van Openbare Werken dat de stad Ronse tijdens het Fiertelgebeuren een strontraper achter de paarden diende in te zetten. Den eechten aastiekau was toen niet diegene die de duizenden toeschouwers tijdens de stoet met zijn (op) schepperke achter de viervoeters zagen opdraven met aalemmerke. De echte aastiekau zat er net voor, in de notabelenkoets. Vloekend en tierend om elke drol die aan het oog van de raper ontsnapte. Wijlen Emile Cuvelier heeft anders ook wel zijn stekje verdiend in de galerie der aastiekauts. Als enige geneesheer van de planeet die de Ronsiese borelingskens ausculteerde met een Montechristo in de mond en een vers vermassacreerde haas in de koffer.

RONSIES RARITEITENBOEK
Handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
Illustraties: Armand Demeulemeester & Michel Provost.