27 april 2009

JOURS DE FRANCE













11.

Port du Niel.‘ Dieu existe. Je le sens. Il me chatouille la chatte. Avec sa chaleur astrale. Vieille canaille.’

Volgens mijn maat Bouboule is Madame Elsa zo zot als de los zittende voordeur van haar cabanon op het strand van het schiereiland Giens. Op een avond van zwaar opstekende Mistral die het hele ‘Massif des Maures’ richting Bormes paars kleurde, is Maximin, haar tweede man, de man van haar leven, de Grote Liefde van haar Bestaan, met zijn visserssloepje de zee op gevaren richting Port du Lavandou. Uit op een verse dorade voor de grill.

(Naar het zeggen van Madame Elsa had Maximin haar net voordien nog eventjes grondig genomen op het strand. Op een bedje van algen. Ze vertelt het me gretig. Als ging het om de herinnering aan een succulent etentje).

Meteen erna heeft de zee Maximin voor goed gepakt. Sindsdien is het in het hoofd van Madame Elsa nooit meer goed gekomen, treurt haar lijf om de herinneringen aan de zoute zweetgeuren van haar Maximin. En dat ze nooit samen het 'Musée Océanographique van Monte Carlo' hebben bezocht.

Elke nieuwe dageraad die de schepper haar schenkt, jut Madame Elsa de hele baai van het schiereiland af. Ik zie hoe ze om de twintig passen de rand van haar gigantische Printemps-zomerhoed (stro met erop een uitgebreid assortiment zuidervruchten) telkens weer achterop tegen het zwaar gerimpelde voorhoofd tikt. Hoe ze de hele horizon tussen de ‘Pointe des Morts’ en de ‘Pointe Madame’ controleert. Terwijl de zon speels zilveren strepen schildert over het diepe blauw.

Châteaux de sable sont écroulés
La plage est sale d'amours fanés
La ville est pleine de places vides
La route de guet s'est endormie


Amandelvormige zonnebril. Max Factor rouge. Doch overdadig. Net Marguerite Duras op het laatst van haar leven, ver voorbij het succes van ‘L’Amant.’ Nepzijden witte sjaal. Zo weggelopen uit een lied van Christophe, in de transistor van Bouboule.

J'ai entendu la mer
Souvent me fredonner
Tu sais, je m'ennuie l'hiver !
Pourquoi passe-t-il, l'été ?


Madame Elsa is één van de vele aangespoelden die hier op het schiereiland hun geluk komen zoeken in deze levensbedreigende illusie van zon en zee. De dood van Maximin heeft de grote leegte van die verdoken ledigheid nog aangescherpt. ‘La Vie en rose’ blijkt nu een lange nachtmerrie te zijn geworden. Vol heimwee naar de Elzas van haar jeugd, waar ze haar echte leven heeft achtergelaten. In ruil voor deze holle wereld in de hitte van drukke zomers en de eenzaamheid van verlaten winters. De gekoesterde illusie van alle Europeanen die hier de zuiderse droom menen waar te maken in een hut op afbetaling van 'Alain Vaneck Promoteur'.

Een hele jeugd, de eigen warme vertrouwde omgeving, de gezellige groene tuin, de familie, de vrienden, het jarenlang zorgvuldig geweven sociaal net. Dat alles in ruil voor zestig vierkante meter séjour plus kitch-enette. En niet te vergeten een balkon met ruimte voor twee klapstoeltjes. Dit alles ver van de kleinkinderen en de herinnering aan de bevrijdende bel van het wijkschooltje.

Châteaux de sable sont écroulés
La plage est sale d'amours fanés
Bateau perdu cherche son maître
Qui lui rendra la liberté


Doorverkopen blijkt geen optie. Waarheen had ze dan gemoeten? De HLM's van Toulon? En ook niemand die haar nog kent in het luidruchtige straatje vol leven achter de kathedraal van Straatsburg. Eén keer je in het zand bijt, blijf je er liggen tussen je lege flessenongeluk.

Twee verkeerde beursbeleggingen en drie slechte raadgevers later gaat de armoe van de gebroken dromen haar door merg en been, slaat de gekte toe. Dag na dag alleen. De risée van alle spelende kinderen op het strand.

Madame Elsa, comment ça va?

Bateau perdu cherche son maître
Qui lui rendra la liberté
Le port le tient dans sa cachette
Et lui promet de la retrouver


Ze zal haar droom verder alleen moeten uitschreien. Dan een achterkamer in het hospitaal van Hyères les Palmiers. Zonder Maximin. Het wrak van ‘La Madrague’, zijn vissersschuitje, is op een winterochtend aangespoeld in het haventje van ‘Le Port du Niel.’ Geen spoor van Maximin. Zelf gekozen dood? En op het strand niet eens zijn laatste lege fles Ricard, met dit berichtje erin voor haar.

‘C’est la mer qui prend l’homme’.

Jours de France’.
Verzonnen Journaal.
Copyright Stef Vancaeneghem.