BEAU MONDE
KRONIEK VAN VIJFTIG JAAR
LIONS CLUB RONSE-RENAIX
LE JEUNE LION IL MORD CE SOIR…
De Lions van Ronse bestaan dit jaar een halve eeuw. De geschiedenis van deze toonaangevende Ronsese club valt samen met de zoektocht van Ronse naar een eigen identiteit sinds de fifties. Een tocht die tot op vandaag wordt voortgezet. Hieronder de kroniek van de Ronsese leeuwen. Mét en zonder tanden.
De grote roerganger van het Ronsese ‘bilinguisme’ Emile Cuvelier nam in ’58 het initiatief tot de oprichting . Dat zou meteen en voor jaren een politieke stempel drukken op de club. Emile’s enkel met de lippen beleden tweetaligheid vertaalde zich immers in een volkomen Franstalige club waar Vlaamse Ronsenaars geacht werden een andere taal te spreken dan hun moedertaal. Al werd naar buiten toe ‘pour la galerie’ gezwaaid met de ronkende principes ‘ieder spreekt zijn eigen taal’ en ‘respect voor de andere landstaal’. De Lions Club de Renaix was in die beginjaren in werkelijkheid de kweekvijver van het rabiate Ronsese franskiljonisme dat Ronse tot op vandaag zou vastklitten in administratieve wielklemmen...
Het volksvreemde elitarisme van het begin werd dan ook nog eens beleden vanuit de betere restaurants … buiten Ronse. Vonden de eerste vergaderingen nog plaats in de Saint-Sébastien, dan verhuisde de exclusieve herenclub naderhand naar Maarkedal, Mont- de- L’Enclus. Om tegenwoordig te stranden in Maarkedal. In Ronse wordt helaas geen lokaal goed genoeg noch geschikt bevonden…
L’espoir fait vivre, l’attente fait mourir.
Was de Lions de Renaix aanvankelijk aldus weinig meer dan de verkapte electorale stek van de sluwerd Cuvelier, dan toonde de Club zich gaandeweg inmiddels ook wel van zijn betere kant met tal van sociale werken.
Zo voorzag het opvangtehuis ‘Le Clair Logis’ (traduction Flamande sur demande) vanaf 1960 jaren in een gemengde opvang van een tiental kinderen. Later verhuisde het tehuis naar de ‘Home Espoir’ (idem supra) in Russeignies.
Er werden ook kerstpaketten bedeeld aan hulpbehoevende families in Ronse. En de club stelde ook een bestelwagen ter beschikking van stad Ronse teneinde warme maaltijden te kunnen verdelen bij de hulpbehoevenden. Deze goede werken pasten dan misschien in het ietwat gedateerde ouderwetse paternalisme en de schouderklop. Maar ze waren er niet minder verdienstelijk om. Tenslotte is het met de ‘Resto’s du Coeur’ van Coluche niet veel anders.
Tout le monde il est beau à Rothnacum.
Vanaf 1962 werd gestart met een filmgala dat gaandeweg zou uitgroeien tot een echt begrip in het betere wereldje van Ronse of wat daar graag een avondje voor wil doorgaan.
Smaakmakende films kwamen de doordeweekse programmatie van de Familia doorbreken voor een exclusieve avant- premiere. Champagne à flots. Eenieder die ooit kiezers lijmen wou of zijn naam wou vermeld zien in de lokale ‘bottin mondain’, kon er niet ontbreken. Met het verdwijnen van de laatste filmzaal van Ronse verdween echter ook het prestigieuze filmgala.
Geen nood echter, voor de gepatenteerde receptieschuimers. Het societyfeestje voor Het Goede Doel werd aldra vervangen door een ‘tour de chant d’une grosse vedette’ (zoals Roland Lommé Sophia Loren ooit begroette in een van zijn spraakmakende interviews). Voice Mail, Jo Lemaire, Belle Perez, en Paul Michiels. Ze zorgden ervoor dat de sociale doelen verder konden gefinancierd worden..
Onder impuls van jongere leden werd weer gestart met een ‘Rothnacum’ auto-, moto, fietstocht.
Een knap initiatief was ondertussen, onder impuls van Paul De Dobbeleer de uitgave van twee prachtige Ronsese boeken: ‘De Bommels te Ronse’ en ‘De Postgeschiedenis van Ronse’.
Discreter is de recente oprichting van het clubarchief, onder impuls van ‘Lion King’ Henry Van Den Daele. Niet onbelangrijk, dat archief. De petite histoire van Ronse de afgelopen halve eeuw kan bezwaarlijk geschreven worden zonder de grande histoire des Lions.
Van jonge trouwers en gevallen dirigenten…
Omdat de Lions hun isolement daar bovenop de Kluis allicht zelf wel aanvoelden en streefden naar nauwere samenwerking met de andere Ronse serviceclubs, werd in 1981 onder impuls van de onvermoeibare ‘Sang pour Sang’ Ronseniere Yves Lesenne de eerste (naderhand jaarlijkse) interservice clubvergadering georganiseerd.
We zagen er Leo Tindemans in volle glorie met quasi presidentiële allure (en één miljoen stemmen) de honneurs waarnemen. Naderhand volgden ook nog zijn CVP-vriendje, de jonge trouwer Wilfried Martens. En de gevallen NAVO-dirigent Willy Claes. Een mooi moment was ook de komst van Jacques Rogge die ik er, drie Epogeneraties geleden, al hoorde beloven hoe hij een komaf zou maken met doping.
Ook ‘Dieu’ Spitaels, de man die Ronse zijn fabrieken afpakte met eurosibsidies uit Vlaanderen en de Quart Mondiens naar de werklozenrangen van het ‘tweetalige’ Ronse versaste, was gastspreker.
Jean-Marie Leblanc, de toenmalige Tour de France Baas kwam ook. Hij kende Ronse eigenlijk al van die nacht toen we in de G&G aan de Delhaize tot het ochtendgloren de vijftigste verjaardag vierden van Eddy Merckx… Voor 2009 belooft Lions ons weer een grote spreker. Graaf Lippens lijkt ons géén optie.
Jonge Leeuwen: tuupe brullen voor Ronse
Met de aankoop van een pand in de Priesterstraat, het ‘Lions House’ tekent de club ook eindelijk weer present in Ronse zelf. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. (Nu nog een restaurant vinden..)
Het vroegere handelspand pal achter Sint-Hermes bestaat uit drie verdiepingen en biedt voldoende ruimte om er allerlei activiteiten te laten doorgaan. Het wordt door de herboren club ter beschikking gesteld van de verschillende sociale instellingen of groeperingen in Ronse. Zo wordt het de thuishaven van de ‘Vrolijke Kring.
De club werkt er in alle discretie ook voort rond het 'Fonds Emile Cuvelier' dat zich tot doel stelt financiële hulp te verlenen aan beloftevolle studenten uit kansarme gezinnen. Bovendien wordt werk gemaakt van het 'Fonds Dewael' dat de drugverslaving in onze stad wil terugdringen.
De lijst van organisaties die Lions heeft gesteund, oogt overigens indrukwekkend : Tinkerbed vzw (therapieën voor zwaar motorisch gehandicapten), Haemovak vzw (behandeling nierpatiëntene), Leefsleutels ( sociale weerbaarheid jongeren), Netwerk Palliatieve Zorg(IT ondersteuning), Dageraad vzw Walungu(Congo) : self supporting maken 350 families door akkerbouw. Strijd tegen de blindheid via Sight First programma van Lions Club International, levering van pedagogisch materieel aan de blindenschool in Khaling (Bhutan)en levering van oogheelkundig materieel aan dr. D. Kaimbo in Congo. Dat zijn geen woorden, maar daden. Ver van de schone schijn.
De politieke stempel van de beginjaren is nu helemaal afgegooid. Lions is overigens op taalkundig vlak inmiddels verre van de meest fransdolle club. Integendeel. Ons zijn verdienstelijke pogingen bekend die de club zonder al teveel schokgolven gaandeweg helemaal willen doen samenvallen met de echte taalverhoudingen van de stad. De ‘couleur locale’ van deze kroniek mag ons bij dit alles niet doen vergeten dat tal van Ronsenaars zich in deze vereniging een halve eeuw lang vooral belangeloos hebben ingezet voor een betere wereld.
(En wat de stichter, wijlen Emile Cuvelier zelf betreft, ik schreef het vaker al: Adieu l’Emile, je t’aimais bien. Vaak mis ik – in de politiek van Ronse of wat er vandaag voor door gaat – leeuwen van jouw kaliber).
Na 50 jaar bewogen geschiedenis waait er onmiskenbaar een nieuwe frisse wind door Lions Ronse. Met mensen als Tom Van Damme, de huidige voorzitter Michel Van Den Abeele en de tomeloos ambitieuze Elien Van Dille mikt Lions voluit op een nieuwe toekomst. Allez vooruit. Brullen maar: Tuupe vuir Ronse.
LIONS CLUB RONSE-RENAIX
LE JEUNE LION IL MORD CE SOIR…
De Lions van Ronse bestaan dit jaar een halve eeuw. De geschiedenis van deze toonaangevende Ronsese club valt samen met de zoektocht van Ronse naar een eigen identiteit sinds de fifties. Een tocht die tot op vandaag wordt voortgezet. Hieronder de kroniek van de Ronsese leeuwen. Mét en zonder tanden.
De grote roerganger van het Ronsese ‘bilinguisme’ Emile Cuvelier nam in ’58 het initiatief tot de oprichting . Dat zou meteen en voor jaren een politieke stempel drukken op de club. Emile’s enkel met de lippen beleden tweetaligheid vertaalde zich immers in een volkomen Franstalige club waar Vlaamse Ronsenaars geacht werden een andere taal te spreken dan hun moedertaal. Al werd naar buiten toe ‘pour la galerie’ gezwaaid met de ronkende principes ‘ieder spreekt zijn eigen taal’ en ‘respect voor de andere landstaal’. De Lions Club de Renaix was in die beginjaren in werkelijkheid de kweekvijver van het rabiate Ronsese franskiljonisme dat Ronse tot op vandaag zou vastklitten in administratieve wielklemmen...
Het volksvreemde elitarisme van het begin werd dan ook nog eens beleden vanuit de betere restaurants … buiten Ronse. Vonden de eerste vergaderingen nog plaats in de Saint-Sébastien, dan verhuisde de exclusieve herenclub naderhand naar Maarkedal, Mont- de- L’Enclus. Om tegenwoordig te stranden in Maarkedal. In Ronse wordt helaas geen lokaal goed genoeg noch geschikt bevonden…
L’espoir fait vivre, l’attente fait mourir.
Was de Lions de Renaix aanvankelijk aldus weinig meer dan de verkapte electorale stek van de sluwerd Cuvelier, dan toonde de Club zich gaandeweg inmiddels ook wel van zijn betere kant met tal van sociale werken.
Zo voorzag het opvangtehuis ‘Le Clair Logis’ (traduction Flamande sur demande) vanaf 1960 jaren in een gemengde opvang van een tiental kinderen. Later verhuisde het tehuis naar de ‘Home Espoir’ (idem supra) in Russeignies.
Er werden ook kerstpaketten bedeeld aan hulpbehoevende families in Ronse. En de club stelde ook een bestelwagen ter beschikking van stad Ronse teneinde warme maaltijden te kunnen verdelen bij de hulpbehoevenden. Deze goede werken pasten dan misschien in het ietwat gedateerde ouderwetse paternalisme en de schouderklop. Maar ze waren er niet minder verdienstelijk om. Tenslotte is het met de ‘Resto’s du Coeur’ van Coluche niet veel anders.
Tout le monde il est beau à Rothnacum.
Vanaf 1962 werd gestart met een filmgala dat gaandeweg zou uitgroeien tot een echt begrip in het betere wereldje van Ronse of wat daar graag een avondje voor wil doorgaan.
Smaakmakende films kwamen de doordeweekse programmatie van de Familia doorbreken voor een exclusieve avant- premiere. Champagne à flots. Eenieder die ooit kiezers lijmen wou of zijn naam wou vermeld zien in de lokale ‘bottin mondain’, kon er niet ontbreken. Met het verdwijnen van de laatste filmzaal van Ronse verdween echter ook het prestigieuze filmgala.
Geen nood echter, voor de gepatenteerde receptieschuimers. Het societyfeestje voor Het Goede Doel werd aldra vervangen door een ‘tour de chant d’une grosse vedette’ (zoals Roland Lommé Sophia Loren ooit begroette in een van zijn spraakmakende interviews). Voice Mail, Jo Lemaire, Belle Perez, en Paul Michiels. Ze zorgden ervoor dat de sociale doelen verder konden gefinancierd worden..
Onder impuls van jongere leden werd weer gestart met een ‘Rothnacum’ auto-, moto, fietstocht.
Een knap initiatief was ondertussen, onder impuls van Paul De Dobbeleer de uitgave van twee prachtige Ronsese boeken: ‘De Bommels te Ronse’ en ‘De Postgeschiedenis van Ronse’.
Discreter is de recente oprichting van het clubarchief, onder impuls van ‘Lion King’ Henry Van Den Daele. Niet onbelangrijk, dat archief. De petite histoire van Ronse de afgelopen halve eeuw kan bezwaarlijk geschreven worden zonder de grande histoire des Lions.
Van jonge trouwers en gevallen dirigenten…
Omdat de Lions hun isolement daar bovenop de Kluis allicht zelf wel aanvoelden en streefden naar nauwere samenwerking met de andere Ronse serviceclubs, werd in 1981 onder impuls van de onvermoeibare ‘Sang pour Sang’ Ronseniere Yves Lesenne de eerste (naderhand jaarlijkse) interservice clubvergadering georganiseerd.
We zagen er Leo Tindemans in volle glorie met quasi presidentiële allure (en één miljoen stemmen) de honneurs waarnemen. Naderhand volgden ook nog zijn CVP-vriendje, de jonge trouwer Wilfried Martens. En de gevallen NAVO-dirigent Willy Claes. Een mooi moment was ook de komst van Jacques Rogge die ik er, drie Epogeneraties geleden, al hoorde beloven hoe hij een komaf zou maken met doping.
Ook ‘Dieu’ Spitaels, de man die Ronse zijn fabrieken afpakte met eurosibsidies uit Vlaanderen en de Quart Mondiens naar de werklozenrangen van het ‘tweetalige’ Ronse versaste, was gastspreker.
Jean-Marie Leblanc, de toenmalige Tour de France Baas kwam ook. Hij kende Ronse eigenlijk al van die nacht toen we in de G&G aan de Delhaize tot het ochtendgloren de vijftigste verjaardag vierden van Eddy Merckx… Voor 2009 belooft Lions ons weer een grote spreker. Graaf Lippens lijkt ons géén optie.
Jonge Leeuwen: tuupe brullen voor Ronse
Met de aankoop van een pand in de Priesterstraat, het ‘Lions House’ tekent de club ook eindelijk weer present in Ronse zelf. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. (Nu nog een restaurant vinden..)
Het vroegere handelspand pal achter Sint-Hermes bestaat uit drie verdiepingen en biedt voldoende ruimte om er allerlei activiteiten te laten doorgaan. Het wordt door de herboren club ter beschikking gesteld van de verschillende sociale instellingen of groeperingen in Ronse. Zo wordt het de thuishaven van de ‘Vrolijke Kring.
De club werkt er in alle discretie ook voort rond het 'Fonds Emile Cuvelier' dat zich tot doel stelt financiële hulp te verlenen aan beloftevolle studenten uit kansarme gezinnen. Bovendien wordt werk gemaakt van het 'Fonds Dewael' dat de drugverslaving in onze stad wil terugdringen.
De lijst van organisaties die Lions heeft gesteund, oogt overigens indrukwekkend : Tinkerbed vzw (therapieën voor zwaar motorisch gehandicapten), Haemovak vzw (behandeling nierpatiëntene), Leefsleutels ( sociale weerbaarheid jongeren), Netwerk Palliatieve Zorg(IT ondersteuning), Dageraad vzw Walungu(Congo) : self supporting maken 350 families door akkerbouw. Strijd tegen de blindheid via Sight First programma van Lions Club International, levering van pedagogisch materieel aan de blindenschool in Khaling (Bhutan)en levering van oogheelkundig materieel aan dr. D. Kaimbo in Congo. Dat zijn geen woorden, maar daden. Ver van de schone schijn.
De politieke stempel van de beginjaren is nu helemaal afgegooid. Lions is overigens op taalkundig vlak inmiddels verre van de meest fransdolle club. Integendeel. Ons zijn verdienstelijke pogingen bekend die de club zonder al teveel schokgolven gaandeweg helemaal willen doen samenvallen met de echte taalverhoudingen van de stad. De ‘couleur locale’ van deze kroniek mag ons bij dit alles niet doen vergeten dat tal van Ronsenaars zich in deze vereniging een halve eeuw lang vooral belangeloos hebben ingezet voor een betere wereld.
(En wat de stichter, wijlen Emile Cuvelier zelf betreft, ik schreef het vaker al: Adieu l’Emile, je t’aimais bien. Vaak mis ik – in de politiek van Ronse of wat er vandaag voor door gaat – leeuwen van jouw kaliber).
Na 50 jaar bewogen geschiedenis waait er onmiskenbaar een nieuwe frisse wind door Lions Ronse. Met mensen als Tom Van Damme, de huidige voorzitter Michel Van Den Abeele en de tomeloos ambitieuze Elien Van Dille mikt Lions voluit op een nieuwe toekomst. Allez vooruit. Brullen maar: Tuupe vuir Ronse.
<< Home