BLUE MOON
25.
Geduldig oliet Solangeke, dochter van onze marraine Kitty, haar blootgestelde zalmroze delen met Aloe Vera. Zoals in deze eerste hitte al te vrezen viel, duiken haar gretige grijpers ver voorbij de grenzen van onze verbeelding. Dat Alladin ons nu eens tot vingertop in dat topje toveren wou. De tijd van een stille streling.
‘Warme dagen. Ik voel het aan mijn kiwi’s', grijnst onze drummer.
Met de punt van zijn tong (een Anaconda, Cobra, Boa Constrictor) vist hij het muntblaadje uit zijn Havanna Club. We overschouwen de lichtheid van het bestaan op het nieuw aangelegd terras van The Silicon Valley aan het station. Het leven staat stil. Kitty schilt patatjes. Ze wil frieten bakken.
‘Met mijn eigen pickels beter dan Cross & Blackwell'.
Veel beloven en weinig geven doet het Belgisch Koningshuis van dotaties leven. We bekomen van onze Tour de Chant. Iedereen is er.
Onze roadies: in T-shirt van Passe-Partout.
Onze hoofdsponsor:‘Lees Het Nieuwsblad. Nu met De Laatste Editie van Het Volk’.
Onze groupies: steeds gebruiksklaar tegen onze radeloosheid.
(Later zullen ze voor de poen ons vertrouwen beschamen. Onthullen dat onze bassist er, net als Rod Stewart, een collectie Dinky Toys op nahoudt. Dat ikzelf hele dagen met mijn Marklintreintje speel en, net als mijn idool Holden Caulfield, nooit uit de korte broek ben gegroeid).
***
We hebben zopas een mega-concert afgewerkt voor de voetbalkampioenen. Een optreden van in totaal negen uur. Martino’s met Saumur tijdens de pauzes inbegrepen. Een filmploeg van baron Stijn Coninx heeft alles op band voor het Festival van Cannes. (Categorie Docudrama). We gaan de Gouden Palm pakken tegen Martin Scorscese met zijn filmpje over The Stones. Juryvoorzitter Sean Penn is een fan van onze Snukkende Snaren. Hij hààt The Stones. Vooral Jagger met zijn strandjeannetpasjes in ‘Satisfaction’. Wie kan het wat schelen dat Mick niet aan zijn trekken komt? Marianne Faithfull al zeker niet.
It is the evening
of the day
I sit and watch
the children play
In de stationsfontein laten kinderen hun papieren bootjes los richting nar. Als je onder het wateroppervlak kijkt, lijkt het erop of hij nog altijd de farandole danst om die titel in de derde voetbalklasse. We zijn nu drie dagen later en nog veroorzaakt, vanuit het donkere hol van de Silicon Valley, de zurige walm van Oudenaards streekbier een tsunami ter hoogte van onze diafragma’s .
(Dezelfde zurigheid nochtans waaruit Albrecht Rodenbach in de ouderlijke brouwerij van Roeselare tot emblematische auteur van de Blauwvoeterie gistte. Voorlopig woedt de storm in mijn rechter blauwe voet. De didgeridoo is er bij het inladen op gedonderd).
Over ons memorabel marathonoptreden heeft onze chef nog geen woord gezegd. Als hij zo zwijgt, spreekt hij boekdelen. We hebben nog nooit zo slecht gespeeld. We hebben ernaast gezongen, verkeerd geblazen, strofen vermengd met refreinen. Zelf heb ik mijn didgeridoo gaandeweg vol Martino-restantjes getoeterd. Een lawaai dat vergelijkbaar moet geweest zijn met de instorting van de Campanile op San Marco. We hebben onze accordeonist, die nochtans alles overeind probeerde te houden met een geïmproviseerde potpourri van Caravelli, tot pure wanhoop gedreven.
Gelukkig is het niemand in het publiek opgevallen. De kampioenstitel was binnen. Wat kon de supporters het nieuwe repertoire van onze Snikkende Snaren schelen? Nu nochtans mét tamboerijn, reutelaars en schuiverkes. Het kampioenenlied wilden ze horen. Ze kregen het. Vele malen. We hadden het nooit gerepeteerd. Zowel onze retours als onze klanken gingen finaal verloren in het gejoel van het uitbundige voetbalstadion.
Inmiddels is de storm gaan liggen. Zelfs de zot van het station, het standbeeld dat onze schepen van Carnaval bij de Unesco aanprijst als nieuw Werelderfgoed (ter vervanging van de Boeddabeelden die de Taliban in Afghanistan hebben opgeblazen), wuift ons nu flauw toe met een half verwerkte kater.
Marie-Lou smeert haar billen in met factor 30. Jeannien zit met de blues. Na een topoptreden heeft ze het altijd wat moeilijk. Brice smeert haar rug in met ‘Ecran Total’ van Ingrid Millet. Met de vingertoppen gaat hij tot diep in de dalen van hun herinnering.
‘Nonne keer’, zucht Jeannien.
Brice wil eerst een frisse Fristi. Hij laat beide handen los van haar glimmend lijfje. Fatale blunder. Toch voor al wie vertrouwd is met het bereiden van vers inlands vlees.
***
Onze blues wordt tenslotte weggeblazen door het opstekend Fiertelgevoel. De Fiertel is een ommegang rond onze stad. Al duizend jaar. Ware het niet dat de Zot aan het station daartoe al aangeprezen wordt, we zouden onze Fiertel bij de Unesco opgeven als Werelderfgoed.
De Fiertel is eigenlijk een bedevaart. Met errond tegenwoordig een orgie van uitgebreide ontbijtbufetten, barbecuetenten, profaan feestgedruis, drankfestijnen. Volgens diegenen die hem kennen, krijgt de duivel aldus onze Fiertel gaandeweg totaal in de greep van zijn bokkesprongen.
Zijn agenten hebben ons gevraagd om op Drievuldigheidszondag, uitgerekend op Fierteldag, met onze Snukkende Snaren een megaconcert weg te geven op het dorpspleintje van Rozenaken. Onze drummer die ‘Ni Dieu Ni Maître’ en ‘G.O.’ (Grootoosten) op zijn grote trom heeft geschilderd, ziet dat dik zitten. Kitty die via haar lekkere pickels meer invloed heeft dan iedereen wil toegeven, dreigt ermee ons dan ‘tante pede’de deur te wijzen.
‘Ge blijft met uw lawijt af van mijn Fiertel. ’
Kitty hoeft zich geen zorgen te maken. Op de Fiertel hangt onze chef de hele dag met zijn bellen achter het schrijn. Zodus.
‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
De personages in deze roman zijn fictief, verteller incluis.
<< Home