08 april 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR


ACTEUR
PETER SEYNAEVE :

JAN DECLEIR LIET ME DOOR
IN RUIL VOOR
MARSEPEINTAARTJES
VAN BIJ
PATISSERIE
SEYNAEVE...


In De Morgen van vorig weekend laat Ronsenaar en beroepsacteur Peter Seynaeve in een overigens heel mooi oprecht en menselijk doorleefd verhaal in zijn hart kijken. Peter is van vorming opticien net als zijn vader en zijn zus. In het paginavullend verhaal van De Morgen kijkt hij tevens terug op ‘een rustige, gelukkige jeugd in Ronse’. Een paar interessante quotes daarover willen we onze fidele lezers niet onthouden.

Eindstation Ronse

‘Ik kom uit Ronse. Dat is een eindstation, een stadje waar niet zoveel gebeurt. Ik wist dus ook niet zoveel van de wereld. Ik heb een jongere zus. We zijn kinderen van kleine zelfstandigen, een opticien. Alles was vanuit dat perspectief geregeld. Ik wilde wel toneel studeren, terwijl ik achteraf gezien totaal niet wist wat theater is of kan zijn.'

Dank zij het schooltheater

‘Waarom het mij dan zo aansprak? Door op school toneelstukjes te spelen, door de lessen voordracht en wellicht ook door de televisie, denk ik. Mijmeren over meespelen in De kotmadam, dat soort zaken.'

Op avontuur naar Brussel

'Maar theater had ik eigenlijk nog nooit gezien. Zoals het een echte zoon van zelfstandigen betaamt, wilde ik ook zelfstandig zijn, een echt beroep uitoefenen en niet iets theoretisch. Ik wilde eerst kleermaker of kok worden. Uiteindelijk is het ook opticien geworden. Tja, ik vond een bril een interessant object, zeker? Ik studeerde ook graag. Ik ging naar Brussel en dat was een avontuur voor een jongen uit Ronse. Maar tegelijk was het ook duidelijk dat optiek me niet echt interesseerde.'

Prince a capella

‘Nu goed, ik heb dus aan een toelatingsexamen van Studio Herman Teirlinck deelgenomen, vooral omdat ik op latere leeftijd geen spijt wilde hebben dat ik het niet geprobeerd had. Dat paste ook in de deal met mijn ouders: als ik een diploma voor een deftig beroep had, mocht ik aansluitend ook iets zots doen.'

'Waarom Studio? Het was het enige wat ik kende. Voor het ingangsexamen heb ik een liedje van Prince gezongen: 'Sometimes It Snows in April'. Je werd daarbij begeleid door een pianist, maar ik geraakte daar zo van in de war dat ik maar a capella gezongen heb.’

Marsepein voor Jan Decleir

‘Ik had het geluk dat Jan Decleir in de jury zat. Jan heeft immers een tijdje in Ronse rondgehangen. Mijn grootvader was patissier en mijn oom heeft die zaak overgenomen. Patisserie Seynaeve is in Ronse een soort begrip. Blijkbaar kwam Jan Decleir er regelmatig langs. Toen ik binnenkwam in het examenlokaal vroeg iemand vanwaar ik afkomstig was, waarop Jan vroeg of ik misschien familie was van de patissier. Ja dus. Eigenlijk zei Jan zoveel als: oké, die laten we door, zolang ik maar beloofde om iedere week een marsepeintaartje mee te brengen. Uiteraard stemde ik daarmee in.’

In Ronse, beste Peter, gebeurt er dus net wel genoeg om getalenteerde jongeren als jij via schooltheater en amateurtheater kansen en ‘goesting naar meer’ te geven.

Op dit moment komt er 'in deze stad waar niet zoveel gebeurt' alweer onverbiddelijk nieuw theatertalent om de hoek piepen. Zoals gebleken is in 'Het Oneindige Verhaal.'

Binnen tien jaar zullen die allicht in de krant vertellen dat ze uit Ronse komen en dat daar niet zoveel gebeurt. Enzovoort. Het hoort bij de mystiek van dramatiek.

Allez kom, zand erover. Dan wel in ruil voor wekelijks zo'n marsepeintaartje. Dat spreekt.