13 maart 2008

BLUE MOON













18.

Alle grote verhalen uit het oude Roomse Rijk zijn finaal doorprikt als levensgevaarlijke fabels. Dit in amper één mensenleven: het onze. De Boeken der Openbaringen liggen achter ons. Curiosa in miniaturen van het denken zijn het geworden. Baarlijke nonsens. Amalgaam van verzinsels. Mix van mythes.

Vanuit vernietigingskampen hebben we daar bovenop de bewijzen dat totalitarisme de mens vernietigt. Dat fascisme, nazisme, communisme, extreem nationalisme de vrijheid en het geluk in de weg staan.

Lang hebben we ze op hun Woord geloofd, de vermaledijde vaders van het oude avondland. Een overbeschermde jeugd lang hebben we naar hen geluisterd. Geduldig hebben we hun heilige boeken gelezen. Hun opgelegde onomatopeeën hebben we duizenden malen afgedreund, op blauwe maandagen. Als papegaaien in de middagshow van een alles-behalve-pretpark.

Jongensjaren lang hebben we aldus braaf gezwegen. Vlijtig hebben we alles uit het hoofd geleerd, uit hun gecensureerde boeken. Nihil obstat. Admitatur. Kaarten kregen we van hen voor uitmuntendheid in het nazeggen van al hun verzinsels. Deemoedig hebben we het hoofd gebogen voor hun almacht. Voor hun zielige dwepen met zonde. Voor hun immer dreigende zweep vol eeuwige verdoemenis.

Onwetend waren we, nog eventjes, omtrent alles wat ze ons al die jaren hardnekkig hebben verzwegen. Ons werd het verboden anders te denken. Ons werd het afgeraden de waarheid te raden. Verder dan ons vagelijk vermoeden dat er iets niet klopte, kwamen we toen niet. Dat niets klopte.

Want God was toen nog niet overleden aan een ongeneeslijke ziekte van eigen makelij. En hij moeide zich met alles. Je moest uitkijken als opgroeiend jongentje. God zag je. God was overal. In je korte broek vooral.

Ook dàt verhaal wilden ze van je horen. Vooral dàt verhaal, zo leek het wel. In hun donkere kasten, achter hun tralies van hout. Elk gaatje in ons jongensgeheugen lasten ze genadeloos dicht, met hun zware stinkende adem en hun ziekelijk gevraag naar steeds meer details. We vertelden hen tenslotte wat ze wilden horen. We stilden hun honger met onze hunker naar het volle bestaan.


I went down to the place
Where I knew she lays waiting
Under the marble and the snow
I said, Mother I'm frightened
The thunder and the lightning
I'll never come through this alone
She said, I'll be with you
My shawl wrapped around you
My hand on your head when you go
And the night came on
It was very calm
I wanted the night to go on and on
But she said, Go back to the World

(Leonard Cohen)

De kruistochten leerden ze ons als bevrijdingsoorlogen van het Ware tegen onbetrouwbare Moren die godzijdegedankt door Karel Martel in 732 in de pan waren gehakt op de route nationale van Poitiers.

De inquisitie legden ze uit als een hoogst rechtvaardig godsgerecht tegen de goddeloze ketterij. De heksenprocessen en de brandstapels vertelden ze ons als de weg naar de waarheid en het leven.

De schuldige deal met de grootse gek Mussolini, door Pius XI geroemd als ‘de man die ons door de goddelijke voorzienigheid is gezonden’ in het Verdrag van Lateranen verzwegen ze ons laaghartig..

Hoe Hitlers allereerste akkoord, nadat hij de macht had gegrepen, er een was met het Vaticaan op 8 juli 1933, ook dat verzwegen ze ons. Deal met het monster. In ruil voor stilte over de misstanden op katholieke scholen en weeshuizen.

‘Een akkoord van buitengewoon belang in de strijd tegen het internationale jodendom’. (Adolf Hitler).

Johannes Paulus II, de Pool die, anders dan zijn opvolger, in zijn jeugd tegen de nazi’s had gestreden, bood de joden excuses aan voor het eeuwenlange antisemitisme van de christenen, de islamitische wereld voor de kruistochten, de oosters-orthodoxe christenen voor de Roomse vervolging, de inquisitie in het algemeen. Door deze publieke biecht werd het godsvolk weer eens gereinigd van alle schuld, werd zijn opvolger klaargezet om onfeilbaar te zijn.

Vanuit dat obscurante verleden blijft in onze stad nu alleen her en der de façade overeind. Maar morgen oogt achter alweer nieuwe sluiers.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.