17 januari 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR


Beste Stef,

Een minister die, na een incognito bezoek aan Louise-Marie, op een totaal onverwacht moment beslist om geen vergunning toe te kennen aan de afvalbaronnen die asbest wensen te storten midden in ’t groen. Het zou kunnen het paradijs zijn doch het paradijs is veel meer dan een evidente handtekening. Het paradijs is dat er mensen bestaan die zich inzetten voor de volgende generaties streekgenoten. In dit geval: de mensen van VZW Stop Asbest in Louise.

Stel je voor dat wij, Ronsenaars, ieder jaar in Louise zouden moeten voorbij komen met “onzen Sint-Hermes” waarbij we overheerlijke asbestvezels in de longen pompen bij het ontbijt. Enig alternatief: sneeuwwitte pakken en maskers om asbest te weren uit ons lichaam.Ik zie de koppen al in de populaire pers: 'Fierteldragers en belders voor het eerst met asbestpakken en asbestmaskers'. Kanunnik André De Wolf, die in zo’n pak zou moeten lezen met zijn supermegafoon. De hele tijd die gefilterde, gedempte nasale stem rond onze oren. En zie je ze al zitten in hun koets, de genodigden en notabelen? Allemaal met zo’n wit pak? En wat met de paarden? Wat met de duizenden Fiertelaars? Begin je te beseffen, beste Stef, aan welke ramp wij zijn ontsnapt? Witte Fiertelaars. Midden in ’t groen. De nachtmerrie gaat echter niet door. Het zijn de mensen van het actiecomité, die vanuit een echt engagement, vanuit een oprechte bekommernis voor de gezondheid van iedereen en vanuit een respect voor de mooie omgeving het paradijs zijn. Zij verdienen deze schouderklop.

Omdat ze hebben moeten vechten als leeuwen tegen een bureaucratie en waarschijnlijk ook tegen duistere krachten. Omdat ze het onbezoldigd deden. Omdat ze iets hebben gerealiseerd dat voor iedereen van onze regio een opluchting zou moeten zijn. Omdat ik straks met de kinderen van mijn broer nog even mag gaan wandelen in het Muziekbos. Omdat ze hemel en aarde hebben moeten bewegen om onze lokale politici voor hun kar te spannen. Omdat ze ongetwijfeld de veerkracht hebben gevonden om na ontgoochelingen opnieuw recht te veren en te blijven vechten tegen dit waanzinnige businessplan. Omdat ze inhoudelijk zo sterk zijn blijven acteren en hebben weerstaan aan provocaties.

Dat zulke mensen nog bestaan, is inderdaad het paradijs. Zullen we op 18 mei, bij het binnen komen van Louise-Marie, vragen aan den belder van dienst de bellen te doen klinken als nooit tevoren? Zwarte vlaggen weg. Bellen voor die mensen. En voor iedereen die hen heeft gesteund.

Wim Vandevelde
Fierteldrager


Beste Wim,

Onze bloemen hierboven gaan dan ook naar allen die zich in hun acties en hun initiatieven of met hun formele klachten hebben ingezet en hun verantwoordelijkheid hebben opgenomen. Onze bloemen voor de betrokken minister en burgemeesters, beleidsmensen, politici. Maar voor ook het eendje Rosalie en haar grote vriendin Brigitte Minne. Voor alle mensen van het Comité van wie Brigitte meer dan de onvermoeibare woordvoerder is geweest en blijft. Voor alle bewoners van Louise en van heel het betrokken gebied. Voor Filip Meirhaeghe die zich op onze vraag meteen bereid heeft verklaard om zich met zijn naambekendheid achter de actie te scharen, Voor Passe-Partout die zijn maatschapelijke relevantie weer voluit waarmaakt, zijn ontstaansgeschiedenis rond de toen bedreigde tunnel van Louise-Marie getrouw. Dit is pas echt wat we bedoelen met: Tuupe. Het kan dus. Het werkt.

Met dezelfde verbetenheid zullen we, overheen meningen en overtuigingen, samen doorgaan voor een mooi, schoon, veilig, vredig en verdraagzaam Ronse. We geven niet op. We leveren onze geliefde stad niet over aan foute statistiekjes en al dan niet gemaskerde schurken. Nooit. Niemals. Jamais. Never. We gaan dus lekker niet binnen blijven s'avonds. Maar we zullen blijven buiten komen. We zullen er samen staan. Zingend van hoe schuune da Roonse tooch kan zoan, zoals onlangs in de Europawijk. Arm in arm, en hand in hand, hart om hart en hard tegen hard. We zullen niets en niemand vrezen en niet wijken en niet toegeven aan de normvervaging, de verloedering, de verpampering, het misbruik van onze politiek correcte reflex, de verzuring of de verbittering. Gelukszoekers moeten één ding nooit onderschatten of vergeten: Ronse is de stad van de Ronsenaars. En zo willen we het houden. Het is onze stad. Het zijn onze zeden. Het zijn onze normen en wetten. Het zijn onze gewoonten. Wie dat niet begrijpt en aanvaardt, kan wat ons betreft ophoepelen en zijn geluk elders gaan beproeven. Wie Ronse als een middel ziet, een stapsteen naar snelle weelde elders of als een tussenstap, moet inzien dat wij Ronse als doel op zichzelf zien. Wij zullen dus als Ronsenaars integendeel doorgaan. Tuupe. Vastberaden. Vrolijk. Vrank en vrij. Zo dat ook de komende generaties hier verder genieten, middenin het groen van de Vlaamse Ardennen. Men… beldere het voort.

Tuupe vuir Ronse.

Stef.