26 april 2012

WELKOM IN HET RONSIES SPROOKJESBOEK

DE PRINS EN HET MEISJE VAN DE SANCTA
LUXEMBURGSE TROONOPVOLGER
TROUWT RONSESE GRAVIN STEPHANIE









ZIE JE NU WEL DAT RONSE GEEN TE MIJDEN STADJE IS?

Sprookjes zijn zelfs Ronse nog niet uit. De troonopvolger van Luxemburg gaat trouwen met een meisje van de Sancta. Dat heeft de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker vandaag bekend gemaakt. Ien Ronse ees dat iet.


‘Zijne koninklijke hoogheid prins-erfgenaam Willem, Groot-Hertog van Luxemburg' zoals hij voor de burgerlijke stand een mond vol heet, is dertig en verlooft zich morgen met gravin Stéphanie de Lannoy in zijn familaal kasteel van Berg. Ze trouwen in het najaar.

Stéphanie is geboren op Hogerlucht. De tortelduifjes waren al vaker gespot in het kasteel van Anvaing, eigendom van de familie de Lannoy. De grootmoeder van Stéphanie was de prinses Beatrix de Ligne van Beloeil. Ze is het achtste en jongste kind van graaf Philippe de Lannoy et Alix della Faille de Leverghem.


Beloeil is ook de plek waar de vonk tussen de twee oversloeg, op een adellijk bal aldaar. Willems vader, Groot-Hertog Henri was meteen zeer ingenomen met zijn toekomstige schoondochter, melden ons de watchers van het Luxemburgse hof. Zijn mama, Groot-Hertogin Maria-Teresa (zelf een van origine Cubaans veredeld burgermeisje) was dat aanvankelijk veel minder. Volgens de royalty-watchers, nooit vies van enige pikanterie, wilde zij haar zoon maar wat graag gekoppeld zien aan prinses Madeleine, de dochter van de Zweedse koning. Prinses Madeleine, niet te verwarren met het madeleineke van Marcel Proust. Al zitten we hier wel helemaal in de wereld van diens Temps Perdu. Een laatste poging daartoe op het huwelijk van prins Albert van Monaco vorige zomer mislukte. Stéphanie haalde het. Zij krijgt van haar Willem (zeg maar Guillaume) het - laatste - woord.

Vierge Fidèle

Stéphanie zag het levenslicht op 18 februari 1984 hier in Ronse ‘bauvenop den Huugerleucht’. Of ze evenwel ons 'hasardeus' Ronsies idioom beheerst, is zeer twijfelachtig.

Ze groeit op in het kasteel van Anvaing en loopt lagere school in het Nederlands in de Ronsese Sancta Maria. Voor haar eerste humaniorajaren trekt ze naar het Collège Sainte-Odile in Frankrijk. Vervolgens gaat het naar ’Institut de la Vierge Fidèle' in Brussel.

Op haar achttiende trekt ze naar Moscou om er behalve Russisch ook Russische literatuur te studeren. Ze volgt tevens vioollessen. En piano.

In Louvain-La-Neuve studeert ze Germaanse filologie. Voor haar eindwerk trekt ze naar Berlijn. In haar thesis behandelt ze de invloed van de Duitse romantiek op de Russische. Goethe meets Boris Pasternak, zeg maar. Ze studeert af met grote onderscheiding. In Berlijn loopt ze tegelijk stage op de Belgische ambassade: bij het Waals Agentschap voor de Export. Daarna gaat ze aan de slag bij een Belgische investeringsmaatschappij.

Liefde voor literatuur


De passie voor literatuur zit haar in de genen. Wie het kasteel van Beloeil bezoekt, zal er onder de indruk zijn van de schitterende bibliotheek aldaar. Voor de connoisseurs van 'bons mots': een van haar ancêtres Charles-Joseph, Prince de Ligne heeft ons ooit wat gebundelde wijsheden nagelaten. Ik heb zijn werkje hier liggen. Stijl François de la Rochefoucauld. Hij was een maat van Voltaire en Jean-Jacques Rousseau en kleurde de salons van de Verlichtingsdenkers. 'Le prince rose' noemden ze hem.

Behalve literatuur is muziek de andere grote passie van Stéphanie. Eerste viool speelt ze nu in het verliefde hart van haar Luxemburgse droom-en kroonprins.

Oh ja, ze skiet en zwemt gaarne. Want 'koetsebale op Place van Froesen' , het is nooit echt het ding geweest voor blauwekouskies van de Sancta Maria. Ook niet op de parvis de Saint-Hermès, ten tijde van de glorieuze Califeys alhier.

Prinses Stéphanie van de Sancta


Met mijn ouwe kroontjespen wens ik onze Ronsiese stadsgenote van geboorte en van haar prilste schoolse frequentaties in de Sancta een lang en gelukkig leven. Zoals dat hoort in de sprookjeswereld van droomprinsesjes en kroonprinsen. Met inkt van klatergoud schrijf ik haar naam in het Ronsies Sprookjesboek: Stéphanie van de Sancta.

Zie je nu wel dat Ronse helemaal geen te mijden stad is? En wie weet, komen er nieuwe Ronsenaartjes van. Die zullen we hier dan - als betere tweeverdieners - in onze paradijselijke stadstuinen verwelkomen. Luxemburgse nummerplaten zijn we hier toch al gewoon.