19 maart 2012

DE RECONSTRUCTIE


8.

Op de planken van ‘de nieuwe Familia’ schreeuwt Brel zijn Plat Pays het dal van Ronse in. Achter de kleine Sint-Martinus brokkelt de oude Familia finaal weg. Hier werden mythische Hollywoodfilms gedraaid. Het klieven der zeeën. Het scheuren der tempelgordijnen. Duizend pauken. Vierhonderd violen. De Ridders van de Fiertel vinden er nu tijdelijk onderdak. Tot de afbraak volgen zal. Scoutslokalen zijn in Ronse overal het Mane Tekel Fares van slopers. Zo verging het ook al de patronage aan de Hoogstraat. Je bracht er je eerste winterse zondagen door, in de kachelwarmte van welpennestjes.

Als bard van de Belgitude kapittelt Brel die avond ‘ces gens-là, monsieur qui ne pensent pas, monsieur’ en die hier vanavond de nieuwe cinema vullen met hun ondraaglijke lichtheid. Een hele collectie burgerdrollen die de tong in de krul krommen om hun door henzelf vervloekte Vlaamse achternaam wat vermeende chic mee te geven. Hardnekkig smachtend naar aandacht in het Belgikaans broebelende wereldje van statuskikkertjes die kwaken dat de nulmeridiaan door hun gat gaat. Was Marcel Proust een Ronsenaar, zijn Recherche telde tienduizend bladzijden meer. Flaubert had hier zijn Madame Bovary naar de toiletten van de Nieuwe Familia (met voorgesneden kwartjes van het weekblad De Ronsenaar aan het haakje) kunnen zien trippelen. Het stickje 'Rouge' van Max Factor alreeds nerveus uit de sacoche in croco van bij Margyl scharrelend.

Zeven 'Contes de la bécasse' van Guy de Maupassant liggen hier zomaar voor het rapen. Omtrent de bosjes rond Ronse. Bosjes met namen als fabrieken. Fabrieken bij bosjes. Stille waters. Pronkerige jachtpaviljoenen vol vergeten romances. Dit alles in de schaduw van Onze Lieve Vrouw op haar takje.

Cumulo nimbusjes trots uit Monte Christo’s en walmen Courvoisier. Voorgekauwde kletskoek uit de Pourquoi Pas? Maskers van gestolde macht. Trots om wat er niet is. Maar op zondag eerst nog even een donderpreek in Saint-Hermès en Saint-Martin omtrent de straf van god, het wachtend hellevuur. Dan terug naar huis voor kieken met perzik van de United Fruit Company in de ‘salle à manger’. (De salamanzei).

De Volksbond voor de Vlamingen.
De Patria voor de Franstalige katholieken.
De Harmonie voor de blauwen.
Het Feestpaleis voor de roden.

Met zijn allen regelrecht van vroeger naar nergens. Na ‘de nieuwe Familie’ wacht hen ‘het nieuwe kerkhof'. God heeft het hen genoeg gezegd bij monde van zijn Ronsiese vertegenwoordigers Marchand en Vanderstuyft:

‘Denkt toch aan uwe uitersten. ’n Zondigt niet!’

Ze hebben God niet al te goed begrepen. Ze hebben er vaak aan gedacht. Maar het waren dezelfde uitersten niet.

‘De Reconstructie'. Een digitale tijdreis door Ronse.