08 april 2010

OVER LEVEN IN RONSE

° Wielerkampioen ’88 Maurizio Fondriest heeft zoals gepland ten stadhuize een schitterende koersmachine, genaamd naar deze stad die hem wereldroem verschafte, afgegeven aan burgemeester Luc Dupont en sportschepen Deriemaeker. Maurizio is een dankbaar mens. Hij heeft, zo zegt hij, zijn grote doorbraak te danken aan Ronse. Dat wil hij nooit vergeten. Met Olaf Ludwig, Alan Peiper, Theo De Rooy en als escorte een garde verbeten fietsende Ronsenaars rijdt hij nog eens de Kruissens boven. Maurizio staat nog altijd zo scherp als een fijn geslepen mes door de Parmaham.

Ik herinner me die dag van glorie voor Maurizio als gisteren. In de wagen van Noël Vergucht brachten we de compleet verbouwereerde (letterlijk) gevallen god Criq meteen na de koers dwars door de mensenzee boven de Kruissens, tot aan de woning van burgemeester Orphale Crucke. Een paar honderd meter, maar voor de man uit Deux-Acren de langste rit van zijn leven. Winst en verlies. Glorie en vervloeking. Op één betonblokje.

Wat me al die tijd sindsdien heeft bezig gehouden, is de vraag waarom 'Claudy' de Canadees Steve Bauer zo nodig richting dranghekken voorbij wou. Langs rechts en niet langs links dus, waar nochtans de hele Kruissens vrij lag. Zat hij een tandje te klein voor de ultieme jump? Was ‘zijn pieper een ietsepietsje geklakt’ omdat hij ‘de kleine’ Planckaert was moeten gaan terughalen? Net zoals Rik Van Looy in het WK Ronse '63 krachten had verspeeld bij de ontsnapping van Jacques Anquetil aan de Quatre Vents? Tweeëntwintig jaar later krijg ik het antwoord op mijn vraag uit de mond van Fondriest zelf, de derde speler. De winner van de dag.

Maurizio Fondriest: ‘In de voorlaatste ronde was Criquielion al een keer weggesprongen bovenop de Kruissens. Ik ging hem halen. Ik voelde toen dat ik zeer gemakkelijk over hem geraakte. Ik was dus zegezeker. Ik wachtte het juiste moment af voor de finale sprong.‘

Walter Planckaert, ook van de partij ten stadhuize, bevestigt me dat verhaal.

Planckaert: ’Maurizio was in die dagen onklopbaar op hellingen als de Kruissens. Met of zonder valpartij was hij erover gegaan. Zeker weten.’

Voilà, alweer een wielermythe doorprikt. Of …aangedikt. Het stadsbestuur zoekt nu nog een mooie stek voor de fiets van Fondriest. Zo dat iedereen dat juweeltje van carbonvezel en vederlichte onderdelen kan bewonderen.

Maurizio tekent ten stadhuize wel eerst nog het zadel. Gemeenteraadslid Dirk Deschaumes vraagt hem daarbij (in vlekkeloos Italiaans, voor zover ik dat kan beoordelen) om er naast 'Renaix' ook eens 'Ronse' op te zetten. Wat Maurizio met graagte doet. Want ‘Renaix’ mag dan in wielertermen een beetje als ‘Roubaix’ klinken, Maurizio heeft daar allemaal geen probleem mee. Op de mooie shirt die hij in beperkte serie speciaal voor de gelegenheid torst, staat behalve ‘Ronse’ –‘Renaix’ ook een grote leeuw met regenbooglint errond. Op de schouders prijken de Italiaanse en de Belgische driekleur. En op de rug (in rode letters): ‘Grazie, Merci, Bedankt!’

Diene mens kent zijne wereld. Nu ook nog een kleine merci van Benoni Beheyt, Benny Van Itterbeek, Lucien Van Impe, Stijn Devolder die allen hun regenboog of driekleur aan Ronse danken. En Oudenaarde kan het een tijdje schudden als kandidaat wielerhoofdstad. (Misschien kan Oudenaarde het eens proberen als 'Dorp van de Ronde'. Grapje, Marnic Demeulemeester. Grapje.)

Rik Van Looy hoeft van zijn kant totaal niks te ondernemen naar Ronse toe, nee. Die zit zo al voor eeuwig in het hart van alle Ronsenaars. Met of zonder koersvelo. Om van zijn Nini nog te zwijgen.

° Adi Steurbaut heeft van de stad Ronse zijn mooie overzichtstentoonstelling gekregen. Dat is dik verdiend. Nu nog Michel Provost, als het niet geeft. Adi heeft er als kunstenaar een heel interessant parcours opzitten. Daarbij bewandelt hij telkens weer nieuwe wegen die hem weghaalden uit de periferie van Jean Oosterlynck en via zijn voorbeeld Paul Klee langs Mondriaanse wegen naar zijn eigen herkenbare kunst brengen. Op de vernissage zie ik ook nog eens één van mijn prilste klasgenoten, glaskunstenaar Jan Leenknegt terug. Met haar knappe glasjuwelen vult zijn dochter Elizabeth nu al het derde luik in van verheven glaskunst die begon bij Michiel. Een schoon verhaal van vakmanschap, talent en passie.

° Nooit zo’n sereen en aangrijpend afscheid gezien als op de asuitstrooiing van wijlen Frank Derie in de beeldentuin van Lieve en Piet Willequet boven de Kwaremont. Filosoof Etienne Vermeersch zegt eerst nog woorden zoals hij alleen ze zeggen kan. Daarna kleuren 99 harten, als evenvele warme ballonnen, de lucht boven de Kwaremont rood van de liefde en echte kameraadschap. Frank heeft zelf de wens geuit om hier een laatste rustplaats te vinden en zoals Etienne Vermeersch het fijntjes benadrukte, siert het Lieve en Piet Willequet dat ze die wens van Frank als trouwe vrienden hebben ingevuld. Het was er altijd al goed toeven bovenop de Kwaremont. Nu is het bovendien voor altijd de heuvel van tot kunst verheven ware vriendschap.

° Paasoptredentje van de Gevluigoode Mandolienen in Salons Remington ‘om er weer in te komen’. We zijn weer klaar voor onze 'Never Ending Wereldtour Door Ronse'. Maar eerst trekt onze chef met Johnny Weismuller en zijn Piraten op tournee door Tunesië.

(Het brengt me op een idee. Misschien moeten we met de Mando’s hier in Ronse eens een optreden doen voor al die Nieuwe Ronsenaars die na al die jaren nog niet eens weten wat een ‘patoeterwietie’ is).

° Volgende week vrijdag opent Ronse de Finse looppiste aan het Rosco. Nu al wat gaan oefenen zie.