29 maart 2010

OVER LEVEN IN RONSE



De eerste lentezondagmiddag breng ik, op vraag van de Daensisten van zowat overal uit Vlaanderen, door in het Must. ‘Daens in Ronse’, zo luidt het gespreksthema met debat na. Mijn Ronse-verhaal begint bij de relieken van Hermes, 1150 jaar geleden naar hier gehaald als ‘trigger’. Het eindigt bij het verdwenen straatnaambordje van Cyprianus de Rore… La Petite histoire dus.

Wat ik bij hun vele vragen na voel, is oprechte sympathie voor onze geliefde stad. Plus het gevoel dat Ronse bij de federalisering van het koninkrijkje gedegradeerd is tot vrijwel vergeten no mansland . Tussen twee stoelen. A cheval sur les deux. Ik vergeet de Daensisten erbij te vertellen dat één van de mooiste scènes uit Daens, de film, is opgenomen vanop de preekstoel van Sint-Hermes.

Wordt Ronse ‘Een stad met Uitzicht op Windmolens’? Ik maak kennis met ‘nieuwe Ronsenaar’ Jan Laleman (foto hieronder) in zijn nieuwe thuis. Jan blijkt een sympathieke historicus te zijn uit Middelkerke die Ronse en de omgeving zo mooi vindt dat hij er zijn gaandeweg verloederde kuststad voor in de steek liet en zich kwam nestelen in het groen van Ronse. Helaas wordt dat uitzicht nu deerlijk bedreigd door een nieuwe ambachtelijke zone aan de ene kant en straks zes gigantische windmolens aan de andere. In het voormalige buitengoed van Jacques Luyckx toont Jan me vol betrokkenheid zeer zeldzame bomen in zijn prachtige parkje, wat verderop naast Villa Carpentier.

In zijn verhaal hoor ik hoe nogal wat omwonenden hier bang zijn om tegenover het stadsbestuur (en zijn vele verreikende tentakels in het sociale weefsel) openlijk op te komen voor het verzet tegen de bedreiging van de site door zes gigantische windturbines met slagschaduw en geruis.

Het klassieke verhaal van enkelingen die botsen tegen de blinde machtsmuur van structuren. Ho ja, je mag best wel eens je ongenoegen uiten en natuurlijk zullen de procedures volgens het boekje gevolgd worden. Maar ergens hebben enkele goed gehonoreerde ‘Electrabelieten’ en hun acolieten met of zonder je protest al langer beslist dat die windmolens er moeten en zullen komen. ‘Want we willen toch schone duurzame energie of niet soms?’

Zes molens, twee keer zo hoog als de Sint-Hermestoren. De Fiertelroute naar Rozenaken wordt nooit meer wat zij was. Het verzet groeit inmiddels op de markt van Ronse en op vele plaatsen. Het wordt letterlijk vechten tegen windmolens.




De fidele lezer van deze blog kon het hier als eerste lezen. Maurizio Fondriest, de Wereldkampioen ’88 van Ronse (nadat Steve Bauer de grote favoriet Claudy Criquielion boven de Kruissens met de elleboog naar het dranghekken had verwezen) vindt het tijd om zijn eer te betonen aan Ronse, ‘de stad die hem voor altijd heeft veranderd’. Als fietsconstructeur heeft Maurizio daartoe in zijn gamma 2010 een nieuw model opgenomen: ‘Renaix 88’.

Bij wie hij voor die benaming te rade is gegaan is me niet duidelijk. Wie weet bij de burgemeester van Frasnes. Maar zo te zien dus niet bij burgemeester Dupont, van ‘Renaix 2010’.

De velo staat naar we vernemen ‘bol van de verwijzingen naar het wereldkampioenschap in Renaix’88’. Maurizio komt hem vrijdag hoogstpersoonlijk afgeven aan de burgemeester van Ronse. Vrijdag, (dat is godzijdegedankt de dag nà 1 april), zal Maurizio om 15 u met ondermeer Edwig Van Hooydonck, Walter Planckaert, Peter Post de Kruisberg nog eens oprijden. Nee, niet met Criq, dat ware erover: ‘chat échaudé craint l’eau froide’. Hoe zou je zelf zijn?

Bovenop de Kruissens, als hij tegen dan tenminste niet tegen een of andere nadar gekwakt is, zal Maurizo zijn velo dan plechtig overhandigen. Of burgemeester Dupont dat eerste exemplaar van ‘Renaix 88’ dan meteen naar Leterme doorstuurt ter afkrabbing van de faciliteiten op het fietsframe, is me niet bekend.

In het andere geval nodig ik burgemeester Dupont uit voor een tourke Hermesroute op de Renaix '88. Zelf rij ik op een ‘Roubaix’van Fuji. En ik kan je verzekeren, ik lijd op dat ding als een gekruisigde: zonder ‘faciliteiten’.