02 december 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

Open brief aan
De Schepen van Interculturaliteit


Beste Nedia,

Op de jongste raadszitting heeft Erik Tack je gevraagd wat je de afgelopen twee jaar als schepen al gedaan hebt. Het is je geraden er op de volgende zitting pertinent op te antwoorden. Ik wil onze vriend Tack hier geen intentieproces aandoen maar: hij’n zal u niet sparen, hij ’n gaat u geen cadeaus doen, hij ’n geneert zich voor niemand, om zijn punt te maken, zijn ogen blinken al.

Je zal je er dus niet kunnen vanaf maken met hier en daar een taalbadje of activeringspaleisje. Je zal hem vooral moeten bewijzen wat er veranderd is. Wel, als je het mij vraagt, beste Nedia: heel weinig. Ik hou dus eerlijk gezegd mijn hart vast. Een echte ware dialoog tussen genoemde gemeenschappen blijft uit. Is dat de schuld van de Ronsenaars? Vergeet het. Wat zien we? Botsende mentaliteiten. Gescheiden werelden. Totaal verschillende culturen. Andere zeden en gewoonten. Afwijkend rij- en parkeergedrag. Irritante sportattitudes. Iets te voorspelbare slachtofferrol. Groepsgebonden represailles.

Ben ik een racist? God beware me. Ik ben een Ronsenaar onder de Ronsenaars die lijdzaam toeziet hoe de halve Kruissens geblokkeerd wordt omdat er een paar beslist hebben midden de weg een kwartuurtje te keuvelen. Erg? Nee helemaal niet. Wel ergernis wekkend en sfeerverpestend alom. Je bent inmiddels een gestudeerd mens en dus weet je onderhand wel wat Immanuel Kant daarover filosofeert: als iedereen morgen zo begint, kunnen we de Kruissens beter meteen helemaal verkeersvrij maken…

Is het dan allemaal zo mis? Ach nee. Niks is echt mis. Maar tegelijk gaat alles goed fout. Draait het goed gevoel van alle Ronsenaars in de soep. Er wordt niet eens echt gepraat. Er wordt integendeel compleet naast elkaar geleefd. En dat, beste Nedia, kan niet altijd aan de Ronsenaars alleen liggen. Zo werkt dat niet.

Op jou werd gerekend om de echte grote dialoog in Ronse op gang te trekken. Je verbazingwekkende verkiezing tot schepen was de gedroomde kans daartoe. Ik was, zoals je weet, bij de eersten om in jou te geloven. Ik blijf dat doen. Maar neem het me niet kwalijk: vandaag zie ik die kans even snel weer wegglijden. Erik Tack weet goed genoeg wat hij je vraagt, waarom en wanneer. Perfecte timing. Hoe komt dat? Mag ik een gokje wagen? Omdat je te ver weg uit je doelgroep gegleden bent.

Eén. Je bent Ronsese van geboorte en Tunesische van origine. Eén van mijn eerste interviews als journalist (in ’67) was met de ‘Tunesische burgemeester van Ronse’ Mohammed Gammoudi. Ik zie hem daar nog zitten in het Sint-Cornelisstraatje. Fijne mens. Ik zie al zijn generatiegenoten nu rustig rond kuieren in Ronse. ‘Vivre et travailler en Belgique’. Een brochuurke van de Commerce Extérieur in Tunis. 'Une valise en carton et on démarre une autre histoire’. Een vreedzaam rustig en beter leven in Ronse. Als ik goed geïnformeerd ben, overweeg je volgende zomer een bijkomende studie-stage in Tunesië. Je volste 'recht', bij manier van schrijven. En mooi meegenomen voor de toekomst. Alle succes gewenst. Doe mijn groeten aan Jan Demeulemeester aldaar. Maar wat gebeurt er ondertussen in Ronse?

Twee. Je bent een vrouw. Sorry, maar een vrouw in de mannenwereld die elk van de drie monotheïstische godsdienstwerelden (jodendom, christendom en islam) tot op vandaag gebleven is: geen cadeau. Ik ben geen vrouw, mais je comprends. Ik begrijp dat zoiets voor jou niet simpel moet zijn.

Drie. Je bent een razendsnel doorgroeiende intellectuele inmiddels. Johan Vandelanotte en Frank Vandenbroucke hadden dit al langer zien aankomen. Wilden je meteen federaal uitspelen.

Drie ‘handicaps’ helaas, als het er gewoon op aankomt in het diepe Ronse gehoord te worden en met gezag te (s)preken om de groene moskee, in de volkse buurten, op straat waar het allemaal gebeurt en bij de mensen om wie het gaat. Geen enkele Ronsenaar verwacht van een allochtoon dat hij zijn roots vergeten zou. Maar in Ronse leven is van Ronse houden, echt omgaan met de mensen van Ronse. Dat veronderstelt: losbreken uit de clans, de families, de netwerken, de gemeenschappen. Dat carcan van zogeheten ouderen en wijzen en vooral mannen en zogeheten vertegenwoordigers die het niet zijn.

Gebeurt dat vandaag? Nee, Nedia, het gebeurt niet. Er is geen echte dialoog onder representatieve mensen. Wie het anders zegt, wil de Ronsenaars een oor aannaaien. Maar de Ronsenaars hebben er geen… oren naar. Ze weten beter. Ze zien en horen dagelijks dat de kloof niet kleiner geworden is. Dat je morgen als juriste misschien andere wegen buiten Ronse inslaat, is je volste recht. Maar op dit moment ben je nog altijd (dik) betaald door de Ronsenaars om voluit je ding te doen als schepen. Wel, doe het dan. Of maak dat je wegkomt.

Voor de neus weg en tot grote ergernis van sommige partij-anciens ben je prompt verkozen tot schepen. Je hebt geen andere keuze dan die politieke doorbraak te beantwoorden met echte resultaten waarvan iedereen moet toegeven dat ze het verschil maken voor alle Ronsenaars: die van hier en die van ginder. Waar wacht je op? Op deze brief toch niet?

Een groot pact. Een alliantie ‘tuupe vuir Roonse’ die echt werkt en zichtbaar is en voelbaar is op straat en overal. Ik was een van de eersten om in jouw mooie verhaal te stappen. Tegen de nijd, het chagrijn, de verkramping, tegen al dat populisme in. Ik hoop dat ik vandaag de laatste niet ben om er te blijven in geloven. Maar dan moet je je wel reppen. Vier jaar is weinig. Je hebt nog hopen werk op de plank.

God zegene je. Maar, zoals mijn mama altijd zei toen ze me dat kruiske gaf: ‘En als God het laat afweten, moeten we er maar zelf voor gaan’.

Tuupe vuir Ronse.(*)

(*) Oude Arabische wijsheid.