BLUE MOON
26.
‘De Liefmans gaat naar den Duvel.’
Na de intensieve repetitie voor onze mega-act op de Malecon van La Havanna, blazen we stoom af op het terrasje van The Silicon Valley. In Monaco regent het pijpenstelen over de Grand Prix. Als natte kwartels duiken pitstoppoezen zonder duidelijk beroep er kajuiten in voor een dure tankbeurt onder Russische vlag. Monaco is de slechtste plek ter wereld om te wonen. Doch hier bij ons straalt de zon, in de kabbelende fontein aan het station. Onze Ommegang is de Palio, ons carnaval is Rio zonder doden. Onze torens overtreffen de bleke blokken van San Gemignano in schoonheid en stevigheid. Anders dan scheve torens en wankele campaniles trotseren onze monumenten de bijtende zuren van duivenstront. Als er bij ons teveel duiven zijn, worden ze op bestelling gepikt voor de kweek op Barcelona. Bij ons komt Maurizio Fondriest als koekoek de wereldroem rapen waarmee hij gaat staan pronken bij Benedictus XVI. Bij ons, in het mooiste meest vermaledijde dal van Vlaanderen, is de geschiedenis gelardeerd met epiek en dramatiek en gebeurt er altijd van alles. Bij ons aan de fontein voor het mooiste en oudste station van België, is het heerlijk toeven in de zon. Terwijl aan de havenkant van Fontvieille een verloren kwarteltje uit Calabrië Russische pijpen steelt in ruil voor haar lijntje.
In een slingerbeweging komt de grote attractie van de zomerkermis boven de daken piepen. Slingert kermiskicks in vrolijke kinderkreten naar ons toe. We houden van onze stad zoals er geen ander is.
(Straks haal ik bij Anita een puntzak want morgen is ze weg. Lange maanden worden het. Tot ze er in oktober terug staat, naast de rups. Met haar tien smoutebollen voor vier euro. In de mooiste stad van Vlaanderen is de parameter voor geluk een puntzak vol smoutebollen met bloemsuiker).
‘Betere kriek dan de Lindemans is er niet’.
‘Van uw kriek moet ik surtout veel...’
Over de finesses en fruitesses van het Belgisch bierwezen (waar je het beste water vindt voor Wittekes, waar je aan je bakken Westvleteren geraakt, het verschil tussen Chimay Blauw en Rood) zijn onze bassist en onze drummer onklopbaar. Vraag hen niet naar de nieuwe ochtendprijs van diesel. Nicole komt het terrasje opgetrippeld: met twee Ename Tripels op een dienblad van Kriek Max. Waardinnen weten waarom.
‘We wonen in de slechtste stad van Vlaanderen. Ze zeggen het daar binnen op mijn platte Samsung.’
Diep’ien Ronse stad
in de Cité Bara
oop nen omgedroejden stoel
mienen bompapa
bompa zeegt moa
loastert hier kameroed
zonder liefde in ’t leiven
n’eester niets da goet
’n goet nie vere zoeken,
’n zieten m’hier nie goed?
zonder luxe zonder toeter
en zonder blauw bloed
bompa n’hoe nie vel
moer zien soepe waas goed
en allemaan wierd g’hoopen
mei roed en mei doed
goed, goed snootie goed
Als het ons als Snukkende Snaren allemaal wat teveel wordt, grijpen we naar ons instrument en zingen we een lied. Dat lucht op.
‘De slechtste stad van Vlaanderen? Goed gij!’
‘Naar het schijnt suffen we te weinig op tinternet.’
‘MOER WA WIETIES!’
‘En onze mannen worden hier maar eenenzeventig.’
Deze laatste parameter meldt onze marraine met zichtbare tegenzin. Ze heeft een zwak voor wijs grijs. Na jaren wild buffelen wil ze zen, en knuffelen.
‘Het staat in mijn Libelle dat het goed is voor uw djingles en djangles.’
Onze chef vraagt haar wat er in onze stad dan misschien speciaal gebeurt met de mannen hun jingles, als ze eenenzeventig zijn.
‘Dan worden ze geknuffeld tot hun didgeridoo ervan krult. Pas op, het is een zachte dood. Ze peizen dat ze aan het komen zijn, maar ze zijn aan het gaan.’
Onze drummer die van dure woorden houdt, ziet dat als 'een ideale symbiose tussen palliatieve stervensbegeleiding en zelf gekozen euthanasie.' Hij wil het op zijn doodsbericht in de kwaliteitskranten De Morgen en De Standaard:
‘Overeenkomstig zijn
filosofische overtuiging
liet hij zich vrijwillig
en gewillig dood knuffelen.’
Met zulke wieties in ons midden kan deze stad alleen maar de beste plek van Vlaanderen zijn. Ik zweer het u.
‘Blue Moon.’ Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
(De personages in deze roman zijn fictief, verteller incluis).
<< Home